1 september 2006

WEEKBOEK 35
Merel Boers

Het Fonds voor de Letteren heeft de subsidietoekenning voor Geerten Meijsings essaybundel Stukwerk opnieuw onder de loep genomen - en in orde bevonden. Directeur Sylvia Dornseiffer liet vorige week in De Volkskrant weten dat men zou onderzoeken of de subsidie terecht was toegekend, naar aanleiding van een stuk van Arjan Peters in die krant. Volgens hem is Stukwerk een essaybundel die bij verschijnen in 2006 bleek te bestaan uit oude stukken, die de op Sicilië verblijvende schrijver door een ander bijeen heeft laten sprokkelen. Dat Meijsing niet ál het werk voor Stukwerk zelf heeft gedaan, blijkt ook uit het boek zelf waarin Gerben Wynia, wordt bedankt voor zijn speurwerk naar verdwenen teksten. Maar volgens Wynia was zijn bemoeienis gering: Ik houd al jaren het werk van Meijsing precies bij. Bij het maken van Stukwerk heb ik hem een paar keer geholpen met het terugvinden van stukken. Met de teksten zelf heeft hij niets te maken gehad. Vijf jaar geleden stelde Wynia wel Meijsings bundel Stucwerk samen.

Opmerkelijk is dat het boek zelf door het Fonds voor de Letteren niet is betrokken bij het onderzoek. Ad Verkuijlen, coördinator oorspronkelijk werk bij het Fonds: We hebben het oude werkplan erbij gepakt. Daarin is geen enkele reden gevonden om deze werkbeursafwikkeling op stel en sprong anders te gaan behandelen. Aan controle achteraf doet het fonds niet, legt Verkuijlen uit. In 99,9 procent van de gevallen wordt er bij een volgend boek een nieuwe aanvraag ingediend. Zoals bij iedere auteur zal ook bij een nieuwe aanvraag van de heer Meijsing bezien worden of hij met Stukwerk aan de verwachtingen heeft voldaan.

Volgens Meijsings uitgever Plien van Albada van Balans is Stukwerk het literaire levensverhaal van de auteur. Hij zelf stelde het boek samen. Hij schreef er nieuwe stukken voor, en herschreef oudere stukken op een dusdanige wijze, dat er een duidelijke samenhang ontstond.

Wat met films kan, moet met boeken ook kunnen, dacht Michael van Eekeren toen hij zijn boek Man bijna af had. Ik wil dat heel veel mensen mijn verhaal lezen. Maar het publiciteitsbudget van uitgeverijen voor debuten is nul. Hij werd beheerder van een Commanditaire Vennootschap (CV), een juridische constructie waarbinnen investeerders met beperkt risico een project kunnen financieren en delen in de winst. Een constructie die voor het financieren van speelfilms veel wordt gebruikt. Volgens Van Eekeren werden de reizen van VOC-schepen ook met een CV gefinancierd. Of ze leden schipbreuk, óf ze kwamen terug met een enorme winst. Vandaar deze constructie, vertelt hij. Als ik het verpruts, is iemand alleen zijn investering kwijt. Voor 5000 euro kan men een zogenaamde participatie kopen in het totale budget van 105.000 euro. De helft is inmiddels binnen. Daarvan betaalde hij onder andere een reclamebureau en pr-man Kay van de Linde.

Man is het semi-autobiografische verhaal van de musicoloog Van Eekeren. De hoofdpersoon heeft al 388 dagen geen seks meer met zijn vrouw gehad. Op 7 november wordt het boek gepresenteerd.

< terug